We kunnen zien hoe deze caravan zijn naam kreeg, kijk maar naar dit schattige kleine slakje!

In het district Mormant, in Noord-Midden-Frankrijk, woonde Georges Lemarié, een carrosseriebouwer met oog voor esthetiek.

Op verzoek van een familielid bouwde Georges in 1936 zijn eerste caravan. De auto's van die tijd hadden slechts drie versnellingen, waardoor de trekkracht van een caravan minimaal was. Met dit in gedachten ontwierp hij een aerodynamische caravan die klein van formaat was, met afgeronde randen en een kleine 'vin' toevoegde om de stabiliteit op de weg te verbeteren.

Ondanks het kleine formaat en de gebogen oppervlakken, bevond zich in de achterste punt een opbergkist voor de luifel en het frame, waardoor er binnenin meer slaapruimte ontstond. De karavaan als geheel deed denken aan de vorm van een schelp, en zo werden de “Escargot”-karavanen geboren.

Georges begon bestellingen te ontvangen voor zijn schelpachtige bestelwagen, die allemaal afzonderlijk of in zeer kleine volumes werden gebouwd, waarbij de grootte afhankelijk was van het type auto dat de bestelwagen trok en de behoeften van de koper. Met namen als “Biarritz” en “Mont-d'Or” volgden ze allemaal hetzelfde algemene ontwerp met de ronde voorkant en de aerodynamische achterkant.

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werden Franse auto's krachtiger en Georges Lemarié begon zijn caravans te ontwerpen om aan deze verandering tegemoet te komen. In 1948 verhuisde Lemarié van Mormant naar Fontainebleau, en hier bouwde hij de “Mont-Blanc” en de “La Baule”. Deze naoorlogse modellen waren moderner van ontwerp, maar behielden hun ronde vorm. In feite zou de algemene vorm op alle toekomstige modellen worden gereproduceerd.

Alle caravans uit deze tijd werden gebouwd op een stijf chassis met onafhankelijke wielen, bladveren en door traagheid geactiveerde remmen. Het frame was gemaakt van as en de buitenbekleding van een aluminiumlegering. Ventilatie en licht werden verzorgd door een reeks dakramen aan weerszijden van een verhoogd dak. Glaswolisolatie zat onder wasbaar vinylcanvas, waarbij de klant uit een reeks kleuren kon kiezen. Dit canvas gaf het interieur een gevoel van gewatteerd comfort. De kleuren en accessoires – zoals kussens en gordijnen – werden voorgesteld door mevrouw Lemarié. Het eindresultaat was een gezellige caravan die gemakkelijk te onderhouden was.

Halverwege de jaren vijftig wilden caravanners door heel Europa reizen, en naar plaatsen als Turkije en Marokko. Lemarié besloot een volledig metalen caravan te bouwen, met een zeer innovatief ventilatiesysteem, met behulp van een uitzetdak, waar hij al een tijdje over nadacht. Ook de indeling van het interieur veranderde volledig, waarbij het eetgedeelte werd omgebouwd tot een 3e slaapplaats. Aan de voorzijde bevond zich een keuken en aan de achterzijde een tweepersoonsbed, al behield het interieur het gecapitonneerde uiterlijk. Toen het dak omhoog werd gebracht, genoten de inzittenden van binnenuit van een bijna panoramisch uitzicht. De slimme en praktische bediening om het dak omhoog te brengen werd later het kenmerk van het merk.

Deze caravan uit 1955 werd de “French-Cancan” genoemd, verwijzend naar het hefdak! Het was een groot succes en al snel breidde Georges Lemarié dit nieuwe concept uit naar de rest van het assortiment.

In de loop der jaren werd de buitenlak van de serie “La Baule” gestandaardiseerd in een ivoorkleur, net als de “French-Cancan”. De bestelwagens die volgden kregen een helderder, “enigszins gebroken wit” met een dakkleur naar keuze van de klant.

Naarmate de koopkracht van de Fransen toenam, nam ook de omvang van de caravans toe. Dit kwam ook tot uiting in de interieuruitrusting: de koelkast, de verwarming, het chemische toilet en het bidet waren standaard en klanten kregen diverse opties aangeboden, zoals gelamineerd houtfineer.

Er zouden nog meer modellen volgen, maar het was de “Folies-Bergère”, gepresenteerd op de Autosalon van 1958, die het werkpaard van het merk zou worden en geproduceerd zou worden tot de sluiting van het bedrijf.

Altijd trouw aan de 'camper-caravan'-geest, bouwde Lemarié nooit caravans van meer dan 4 meter lang met een maximale slaapcapaciteit van 5 personen. Maar nu de kampeerregels strenger werden en echte campings populairder werden, werden caravans al snel veel ruimer en veranderden ze vaak in tweede huizen voor het Franse volk. Voor Lemarié betekende dit het einde van de vrijheid om overal te kamperen, en dit was een pad dat Lemarié niet wilde volgen.

En zo kwam er een einde aan “Caravanes l'Escargot”. Maar we hebben het vermoeden dat de heer Lemarié heel blij zou zijn geweest om te zien dat zijn caravans nu gewild en geliefd zijn bij verzamelaars van retro bestelwagens over de hele wereld. Wat een erfenis!